Wat is een plek die jouw speelsheid en creativiteit aanwakkert?

Met deze vraag gaat Playful Situations een gesprek aan met inspirerende facilitators. Inspirerend omdat ze ons een ‘aha’ moment brachten. Omdat ze onze ogen laten blinken wanneer ze het over hun stijl hebben. En soms gewoon omdat we, na maanden stiekem stalken op sociale media, eens willen kennismaken met de mens achter het verhaal. 

We ontmoeten elkaar op hun creatieve plek bij uitstek en gaan er uitgebreid praten over de stiel van procesbegeleider. Soms vindt het gesprek plaats in een Gents park, dan weer op een acrobatenfestival of gewoonweg in de boomhut uit hun kindertijd. Ze zijn, ieder op hun eigen manier, bevlogen door het vak. Stuk voor stuk bijoukes van mensen. Die net zoals wij geloven in de kracht van kennisdeling en het betere gesprek.

Onze tweede gast is… tromgeroffel… the one and only: Francis Laleman van Beyond Borders man van de wereld en feeërieke tuinen.

MEET & GREET: FRANCIS LALEMAN

In 2017 leerde ik Francis kennen via de magische wegen van sociale media. Het was geen toevallige ontmoeting die leidde tot een virtueel babbeltje. Nee: het was een totaal éénzijdige ontdekking van een man die – naar mijn aanvoelen – wel heel speciale workshops op poten kan zetten. Ik herinner mij bijvoorbeeld een opstellingen sessie op basis van audiovisuele kunst (insert brain-explosion-of excitement).

Gefascineerd door zijn visie en breedvoerige artikels op LinkedIn, besloot ik hem in het vizier te houden. Toen ik een lijst opstelde met facilitators om te interviewen, zag ik de kans schoon om hem de pieren uit de neus te vragen.

Moest hij er zin in hebben. Of course. Gelukkig zei hij volmondig: ‘Ja, prima’.

En daar stond ik dan, in de weelderige avant-garden van zijn plek Bayt Al Andalus in Antwerpen.

Met de vinger op de bel. Klaar voor een babbel met thee.

DOMPER OP DE VREUGDE?

Nee, helemaal geen domper op de feestvreugde, maar wel een kleine disclaimer in het verschiet.

Waar ik bij het vorige interview smachtte naar een dictafoon, bleek mijn opnamemachientje tijdens het gesprek met Francis een vloek. Na 4 uren onafgebroken filosoferen, gniffelen en genieten van zoveel wijsheid, bleef ik achter met een encyclopedie aan inzichten.

Het volledig gesprek neerpennen zou een valium zijn voor jou, lieve lezer. Dus lang leve less is more’! (Toch in deze blogpost ;-) ) .

LET’S TALK: TRAINING

Francis begon zijn professionele carrière als docent Sanskriet aan de universiteit. Hij gaf les in Antwerpen en in Leuven, waar hij enige tijd ook onderzoeksassistent was. Een wind van avontuur voerde hem naar India waar hij aan de slag ging als researcher, verslaggegever en sociaal werker om vervolgens, zo’n 20 jaar geleden, te belanden in de trainerswereld.

“Bij mij is alles vanzelf gebeurd, ik heb er eigenlijk niks voor moeten doen. Ik heb een tijdje heel formeel meegelopen in de trainerswereld. En dan ben ik begonnen met ‘train the trainers’ om mensen te helpen hun zaken anders aan te pakken. Omdat ik er mij bewust van werd dat hetgeen we deden fout was. Het zat echt goed fout.”

De train the trainers die Francis begeleidt, zijn speeltuinen. Hij gaat er, tezamen met jonge mensen, aan de slag om te experimenteren en te onderzoeken hoe we het ‘anders’ kunnen aanpakken als facilitators. Het typeert zijn agile geest om zichzelf de vrijheid te gunnen om zijn praktijk collectief te heruitvinden.

“Want hoe sneller je gaat testen, hoe minder ongelukken er gebeuren.”

LET’S TALK: FACILITATING

Wanneer ik aan mensen vertel dat ik ‘facilitator’ ben, wordt er bij menigeen wenkbrauwen gefronst. Ik probeer dan met handen en voeten uit te leggen wat het precies inhoudt.

Wel, Francis heeft er zo zijn eigen idee over.

Voor hem is faciliteren het opzetten van een structuur die zorgt voor beweging. Hij omschrijft het als volgt:

“Ik vertrek vanuit het idee dat, wanneer je met mensen werkt en dus faciliteert, je hen een structuur aanreikt. Je laat de mensen in die structuur gewoon ‘zijn’. Door hun interactie met elkaar in deze structuur treedt er dan een bevrijdend gevoel op en kunnen ze samen de structuur overwinnen.”

Een heuse facilitaire paradox die van bij het begin aan bod komt. Want om vrijheid te bieden aan een groep, moet je hen net beperkingen geven.

Bevrijding komt via structuur. Ik noem dat ‘structures of constraint’. En wanneer je mensen in zo’n structuur plaatst, geef je hen een ‘sense of liberation’. Dat is de plek waar iets magisch plaatsvindt.”

Dit vind ik ongelooflijk boeiend aan Francis’ visie: de groep faciliteert zichzelf. Het impliceert ook dat je als begeleider vooreerst je ego in een grote zak moet steken om dan op gelijke niveau aan de slag te gaan. Want de tijd van ego’s is voorbij: het tijdperk van samenwerking is aangebroken.

            “We gaan allemaal ons ego in een zak steken en in de put gooien. Weg ermee!”

DON’T SAY TEAMS: SAY COMMUNITIES

Moest het van Francis afhangen, schrapten we het woord ‘team’ uit onze collectieve woordenboek en kreeg het een ereplaats in het natuurhistorisch museum.

“Je moet in teams werken en tegelijkertijd moeten we van dat woord afgeraken. We moeten het over communities hebben. Want zolang je spreekt over een team, geef je het gevoel dat mensen moeten presteren en produceren.”

Tenslotte is er de discussie over ‘leadership’. Dan schreeuwt er iemand luid: ‘IEMAND MOET DE LEIDING NEMEN’ en voor je het weet zitten we opgezadeld met KPI’s. (zucht).

Waarom laten ze de mensen niet gewoon met rust? Zet ze gewoon samen in een community and they will make beautiful things.”

Een ontroerende gedachte omdat het vertrekt vanuit een oprecht vertrouwen in de mens. Meteen wordt het voelbaar dat het vakmanschap van een facilitator eigenlijk het verlengde is van je wereld- en mensbeeld.

En het wereldbeeld van Francis is ontegensprekelijk: SAMEN.

THE FINAL WALK

Omdat afscheid nemen, en bruusk de stekker uittrekken, zoveel lastiger is dan van start gaan wandelen we nog een eindje door de groenste straat van Antwerpen. Ik werp een laatste blik op de weelderig begroeide gevel van Bayt Al Andalus en zwaai Francis en zijn dochter uit.

Ik check mijn dictafoon die de afgelopen 4 uren heeft geregistreerd. Mompelend tegen mezelf krab in even mijn haar: ‘hoe maak ik daar in hemelsnaam een artikel van?’.

PS: een dictafoon is toch minder praktisch dan je zou denken.
Boek nu een bruisende babbel